Seahorses Hippocampes Seepferdchen Zeepaardjes Caballitos de mar Cavallucci Marini Cavalos marinhos |
ZeepaardIn dit beknopte overzicht vindt u bijna alles dat u dient te weten over van zeepaardjes (zeepaardje). Daar vind je alle adviezen om ervoor te zorgen zodat je zeepaardjes zich altijd goed voelen. |
Hoofdpagina Aquarium Houden Kweken Plankton Ziekten Soorten Zoetwater Filmpjes Galerij Bescherming Shops/Boeken Links |
© ATCGV
De zeepaardjes van zoetwater bestaan niet, alleen maar van en soort zeenaalden die leven in zoet en brak water. Er worden zeventien soorten beschreven, in verschillende kleuren, voornamelijk van het geslacht Syngnathus Microphis. De Enneacampus (synoniemen = Syngnathus Pulchellus, Syngnathus Pulchelus, Syngnathus Ansorgii, Syngnathus Olsooni) kunnen ook in zoet water worden gehouden. In het wild leven ze zowel in zoet water (op volwassen leeftijd) als in brak water; in gevangenschap verdient lichtbrak water de voorkeur (met een zoutgehalte van ongeveer 1005). Hierdoor leven ze langer en bovendien komt het ook bepaalde planten ten goede.
Zoals bij zeenaalden die in zee leven, is het moeilijk om mannetjes en wijfjes uit elkaar te houden. De zak van het mannetje is alleen zichtbaar als hij jongen draagt. Deze zeenaalden zijn zeldzaam en vrijwel onmogelijk te verkrijgen, ondanks het feit dat ze nog niet beschermd zijn. Geografische oorsprong: Azië, Afrika, Madagaskar, Réunion, het eiland Mauritius, Atlantische kust in Amerika. Ze leven in rivieren en riviermondingen. Wat wordt beschreven in de talrijke werken over de installatie van een zoetwateraquarium geldt ook voor een bak bestemd voor zoetwaterzeenaalden. Het heeft dus geen zin om dit nogmaals gedetailleerd te overlopen. In brak water moet het onderhoud worden aangepast aan een semi-zeeomgeving. Een aquarium van 100 liter is noodzakelijk. In gevangenschap moeten de zeepaardjes dezelfde zorgen krijgen als de soorten uit de zee. Zoetwaterzeenaalden zijn net zo kwetsbaar als soorten die in zee leven. Dezelfde voorzorgen moeten worden genomen; dezelfde nauwkeurigheid moet aan de dag worden gelegd. Het is ook beter om ze te houden in een bak speciaal voor de zeenaalden. Dit enerzijds omwille van de concurrentie op het vlak van voeding en anderzijds opdat ze zich goed zouden voelen in optimale omstandigheden. Zoals de zeenaalden en zeepaardjes die in zee leven zijn ze zeer traag en houden ze er absoluut niet van om te moeten samenleven met drukke vissen. Bovendien lopen ze het risico om van honger te sterven als ze met vissen moeten samenleven. Qua aanpassing moeten dezelfde regels als voor de zeenaalden en de zeepaardjes uit zee moeten worden nageleefd. Waterkwaliteit :MicrophisTemperatuur : 25 tot 28 graden, (26 graden voor de voortplanting) PH : 7,0 tot 7,5 (7,5 voor de voortplanting) Hardheid : 10 °d GH à 25 °d GH Ammonium = 0, Nitriet = 0, Nitraten = 0 Enneacampus Temperatuur : 22 tot 28 graden (25 graden voor de voortplanting) PH : 7.8 à 8.2 (8.0 voor de voortplanting) Hardheid : 16 °d GH à 20 °d GH (18 °d GH voor de voortplanting) Ammonium = 0, Nitriet = 0, Nitraten = 0 Pulchellus Temperatuur: 24 tot 28 graden (26 graden voor de voortplanting) PH : 7,0 tot (8,0, 7,5 voor de voortplanting) Hardheid : 17 °d GH à 25 °d GH Ammonium = 0, Nitriet = 0, Nitraten = 0 Voedsel :Het voedsel is het grootste probleem voor deze soorten (vooral in de aanpassingsfase). Ze hebben immers een kleine mond maar een grote eetlust. Het gebruik van kleine, levende prooien worden aangeraden: cyclopen, artemias, guppyjongen. Ze passen zich moeilijk aan bevroren voedsel aan maar het is mogelijk. Als de prooien te snel zijn, hebben ze moeite om ze te vangen. Tweemaal per dag voederen - stevige porties geven.Voedsel voor de jongen : plankton, meer in het bijzonder cyclopen en artemiaslarve. Minstens 4 maar per dag een stevige portie geven. De Zeenaaldenbak van Gilbert |